Eindelijk, CoralCay!
Door: Evert
Blijf op de hoogte en volg Evert
09 Januari 2011 | Trinidad en Tobago, Charlotteville
Gegroet gij slaven van het beeldscherm,
Het werd weer eens tijd voor een update vanuit het zonnige Trinidad en Tobago, dacht ik zo.
Momenteel wacht ik vol spanning af op de andere vrijwilligers met wie ik afgesproken heb in Crown Point voor het grote duikavontuur. Ben anderhalf uur geleden aangekomen in Scarborough, het hoofd-‘plaatsje’ van Tobago. Met zo’n 20.000 inwoners kan je natuurlijk niet van een stad spreken. Hoopte er wat toeristische bezienswaardigheden te kunnen bekijken maar aangezien ik mijn bagage nergens veilig kon achterlaten heb ik alvast maar een taxi genomen naar de luchthaven. De ferry van Port-of-Spain in Trinidad naar Scarborough in Tobago was een high-speed catamaran, die aan zo’n 60 km per uur door het water kliefde. Kost 50TT$ voor de rit, ruim op tijd reserveren is imperatief. Uren van vertrek varieren, ik mocht om 4 am uit mijn bed om om 6.30 de ferry te pakken. Het duurdere alternatief was een vlucht geweest van Trinidad naar Tobago, dat is US$26 voor een vlucht van 20 minuten. Maar dan mag je niet teveel bagage bijhebben… Van op de ferry heb ik prachtige uitzichten gehad op Trinidad, Tobago, olieboorplatformen, containerschepen en de stroomprofielen aan de achterkant van de boot. Indrukwekkend hoeveel water die schoepen kunnen verstouwen en aan wat voor snelheid dat gebeurt…. De moeite om zo vroeg op te staan.
Voor iedereen die ooit naar Trinidad wil komen, hier een lesje ‘taxi-kunde’. Alle openbaar vervoer is te herkennen aan een nummerplaat die met een ‘H’ begint. Er zijn diverse soorten. PTSC (Public Transport Service Coörperation) zijn de openbare bussen. Tickets op tijd kopen aan officiële prijzen. De goedkoopste optie maar frequentie is (zeer) slecht en onregelmatig: 5 bussen per dag op de populairste routes, die allen vanuit de hoofdplaatsen (port-of-Spain resp. Scarborough) vertrekken en naar verschillende dorpen op de eilanden leiden. Stoppen maar op een beperkt aantal plaatsen.
Ook goedkoop en ideaal voor de korte afstand zijn ‘maxis’ (minibusjes, tot 10 personen, officiele tarieven, stoppen waar en wanneer je wilt langs een bepaalde route, je bevragen bij lokals) of PH’s. Deze laatste zijn ‘Private’ H’s waarbij de H slaat op de nummerplaat. Dezen kosten je slechts enkele TT$, zelfde verhaal als de maxis.
Tenslotte zijn er nog de individuele taxis die vertrekken op officiele taxi-stands. Dezen zijn de op één na duurste optie, maar zijn veilig (jij bent sowieso de enige passagier, dus ideaal als je bagage bij hebt) en ze zetten je af waar jij wilt. Grootte-orde voor de kosten van een rit is grofweg 3 TT$ (d.i. €0,36) per gereden kilometer.
De duurste optie tenslotte zijn de ‘officiële taxis’ die je opwachten aan de luchthavens. Het verschil met de vorige optie is dat ze mooiere auto’s hebben, op plaatsen staan waar bijna alleen maar toeristen komen en ze je zeer netjes behandelen. Als je koffers of andere zware bagage bij hebt zou ik alleen de laatste twee opties aanraden, je bagage is te zwaar om op schoot te houden of in een busje te sleuren. Veiligheid is, zolang je bij je spullen blijft, geen probleem.
Deze ervaring heb ik opgedaan de afgelopen dagen, maar, met name de minder aangename kanten van het bussysteem heb ik gisteren leren kennen, Gisteren hoopte ik mijn Jetfins al eens te kunnen testen op Maracas Beach, het mooiste strand van Trinidad. Edoch, als je uitgeslapen en gewinkeld hebt is het pas één uur als je bij het busstation aankomt. Als de volgende bus dan pas om 5 vertrekt en de laatste terugrit vanuit Maracas al om 7 is, heb je pech. Ben dan maar een wandeling gaan maken in Port-of-Spain, langs Victoria Park waar het leuk buurten is met locals. Toerist als ik in POS ben, moest ik toch 1 kerk gezien hebben (hoort erbij, nietwaar moeder?); een brave man wist me te vertellen dat er op zowat 1 vierkante kilometer 6 verschillende gebedshuizen stonden, te weten een RK-kerk en -kathedraal, een Anglican Church, een hindu-gebedshuis, een moskee en nog een kerk van een protestantse religie. Een andere tip voor mijn moeder is Lapeyrouse Cemetery: het grootste kerkhof dat ik ooit heb gezien, met gigantisch oude graven en dat in het midden van Port-of-Spain.
Omdat ik mijn Jetfins toch eens wilde proberen, dan maar geplonsd in het zwembad van het guesthouse. Prachtig om de regen te zien vallen op het wateroppervlak terwijl je zelf onder water bent. ‘a Avonds nog wat wijn en bier gedronken met een fijn koppel uit Grenada, leuke gesprekken over racisme, politiek, geschiedenis en economie in/van de Caraïben en drugsbeleid in NL.Het waren deze mensen met wie ik de avond ervoor ook erg leuk gesproken had. Een goede rum-cola maakte de tongen losser en smaakte absoluut naar meer. Rum-cola is lekker!!
In het algemeen heb ik de afgelopen dagen rondgelopen in Port-Of-Spain, met allerlei lokale mensen gebabbeld over vanalles en me eigenlijk vrij goed geamuseerd. Echter, mocht ik het opnieuw zijn gaan doen, dan had ik toch eerst wat relevante meningen van backpackers bij elkaar gezocht die in Trinidad&Tobago rondtrokken. Internetzoektochten leveren wel wat op, maar de bottomline is eigenlijk dat Trinidad zelf vrij weinig te bieden heeft voor de Westerse toerist. Meer dan 3 dagen zou ik er niet doorbrengen. Ik zou beginnen met een dagje rondwandelen/sightseeing in Port-of-Spain. Van noord-naar-zuid zijn de moeite: Botanical Gardens, Savannah Park, National Museum. Buiten Port-Of-Spain zou ik een dagje vrijmaken voor Pitch Lake (een asfaltmeer) en eentje voor Ara Bird Sanctuary. ‘s Avonds kan je dan leuk op stap in Port-of-Spain. Er zijn leuke cafeetjes en clubs. De leukste kroegen vind je in Ariapita Avenue en West Main Road in de wijk St James. Ook Independence Ave. Is een aanrader omwille van het openluchtfestijn dat mensen er bouwen. Probeer binnen te raken in een van de vele panyards langs Tragarete Road/West Main Road, maar hou er rekening mee dat dezen vooral in november, begin december en de periode tot en met carnaval actief/open zijn en dat ‘s avonds vanaf 6.
Dat Trinidad eigenlijk vrij weinig heeft te bieden, hebben de meeste Trinidanians ook begrepen, daarom komen ze naar Tobago voor de natuurpracht, rust en kalmte. Ik kan dan ook niet wachten tot als we hier met de mensen voor CoralCay op de taxi gaan stappen, op naar Charlotteville..!
Even nadat ik het vorige schreef kwam ik Winston tegen, een vent uit Trinidad met een CoralCay-polo aan, die mezelf en Joanne en Liam, twee Canadese vrijwilligers, kwam halen. We moesten wel nog een uurtje of vijf wachten tot hun vlucht geland was voor we naar Charlotteville konden vertrekken. Het werd een aangenaam kennismakend gesprek, onder het genot van de nodige lokale pilseners, genaamd Carib (zoetig, waterig) en Stag (nog minder smaak, maar wel bitter). Rond een uur of 6 konden we dan gaan, op naar de CoralCay-Cottage in een soort van vakantiepark voor Trinidadians en blanken. De cottage is een soort van kamphuis met drie slaapzalen, een leefruimte, keuken, sanitair, wetenschappelijk hok en een ‘scuba shack’. We leven er met 14, waarvan 9 volunteers. De anderen zijn expeditionleader, 2 scientific mensen, de scuba-instructor en een paramedisch persoon. Een mengeling van Canadezen, een Italiaanse, een Rus, een Trinidadian, een Belgje en vooral veel Britten. Voertaal is uiteraard Engels, met als gevolg dat je op den duur in het Engels gaat denken.